by BOZAR
Vloedlijn
We kennen ze allemaal: de porseleinen posturen, olifanten en modelschepen achter iele gordijntjes op de vensterbank. Simona Denicolai & Ivo Provoost maakten er een tentoonstelling van in het Paleis voor Schone Kunsten en in de straten van Brussel. Ze tonen voorwerpen die rondslingeren in de openbare ruimte en daarmee het zenuwgestel blootleggen van een stedelijke samenleving, net omdat ze ook rondslingeren in het collectief be- wustzijn.
“Het project EYELINER focust op voorwerpen die worden geetaleerd in vitrines van kleine handelaren en op raamkozijnen, en focust daardoor ook op de mensen die ze daar neerzetten. De “tentoonstelling” was in onze ogen al aanwezig in de stad. Een selectie voorwerpen verplaatsten we tijdelijk naar BOZAR, een plakkaat op de verlaten plek vermeldt dat het object in bruikleen is voor een andere tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten. Zulke berichten lees je vaak in musea als een kunstwerk voor een bepaalde tijd ergens anders wordt getoond.”
“Deze voorwerpen geven een diepere inkijk in de coulissen van de stad. Ze werpen een verdoken blik op wat er zich aan de andere kant van de gevels afspeelt. Op het eerste gezicht lijken ze achteloos neergezet. Maar we zochten wel degelijk naar objecten met een “wil” om tentoongesteld te worden: objecten beladen met intenties en verhalen die gericht zijn aan voorbijgangers. Soms schuilen er minder onbevangen verhalen achter. Het koloniale verleden van België is een van de zaken waarvan vele voorwerpen op Brusselse vensterbanken getuigen, zoals in de Afrikaanse sculptuur die door een Portugese familie werd gevonden op straat en uitgestald voor het raam, of in de minder omstreden pagina’s uit het stripalbum Kuifje in Congo waarvan een Italiaanse student zich had bediend om er zijn ramen mee te bedekken. Elk individueel object past dus in een breder discours dat vervlochten is met de geschiedenis en eigenheid van een plek, soms vanuit een collectief hyperbewustzijn.”
Bemiddelen, niet bevelen
“Mensen van alle leeftijden en alle culturen zetten spullen voor hun vensterraam. In volkse wijken zie je meer objecten tentoon- gesteld dan in buurten waar buren eerder naast dan met elkaar leven, maar in het algemeen kan je zeggen dat de voorwerpen een verticale lijn trekken door alle sociale klassen. De voorwerpen die we selecteerden voor de expo behoren zowel toe aan politieke vluchtelingen als aan goudhandelaars. Sommige objecten had- den we al tien jaar op het oog, anderen hebben we in het kader van EYELINER tijdens onze verdwalingen in de stad nu pas ontdekt. Allen bevinden ze zich op de broze grens tussen de intieme en de openbare wereld.”
“Deze grens strekt zich honderden kilometers uit door de straten van de stad, als een vloedlijn van materialen die werden opgeworpen door de zee. Wij volgden deze lijn, lichtten voorwerpen uit en brachten ze samen in het Paleis voor Schone Kunsten. Na de expositie keren ze terug naar hun vaste plek achter het venster. Op dat moment begint er een volgende ten- toonstelling, eentje in de stad die je na 28 mei 2017 kan bezoeken aan de hand van een gids waarin de voorwerpen en hun eigenaars worden vermeld met hun adressen en biografieën. We werken dus met voorwerpen en verplaatsen ze, maar in feite is onze interventie immaterieel. We vervullen de rol van regisseurs die scenario’s uittekenen met wat voorhanden is. In dit soort projecten betrekken we mensen die er verankerd zijn, mensen die weten wat er leeft en beeft onder de huid van de samenleving. Wat zich in een hyperlokale context afspeelt kan je om het even waar op deze aardbol begrijpen. Anderszins is wat globaal gebeurt niet altijd makkelijk op een lokaal niveau te plaatsen.”